Een goede, regelmatige cyclus is heel belangrijk als je zwanger wilt worden. Maar wat is nu een goede en regelmatige cyclus? Hoe herken je je vruchtbare dagen en hoe lang kan het duren voordat je cyclus weer op gang is nadat je gestopt bent met de anticonceptiepil of spiraal? Antwoord op deze vragen en tips lees je in onderstaande blog.
Stoppen met de anticonceptiepil/spiraal
Veel vrouwen hebben al heel wat jaren hormonen in hun lichaam gehad om een zwangerschap te voorkomen. Al die jaren is je eigen cyclus onderdrukt. Na het stoppen of verwijderen van de anticonceptie kan het dus best een half jaar duren voordat alles weer goed op gang is en je eigen hormonen weer helemaal in balans zijn.
Tips voor na het stoppen met de anticonceptie:
Hou er rekening mee dat je last kunt krijgen van verschillende bijwerkingen zoals:
- Gevoelige borsten/tepels
- Stemmingswisselingen
- Onregelmatige menstruatiecyclus
- Buikkrampen/obstipatie
- Puistjes
- Toename van de normale vaginale afscheiding,
- Misselijkheid
Dit komt doordat je de hormonen van de pil of spiraal je lichaam uit moeten. Leef dus zo gezond mogelijk, drink minimaal 2 liter water per dag om alle afvalstoffen snel kwijt te raken en zorg voor een goede nachtrust. Houd wel al je cyclus bij. Zo zie je of er veel verschil zit in de lengte van je cyclus en of deze korter of juist langer wordt. Je weet dan ook of er direct na het stoppen met de anticonceptie een eisprong heeft plaatsgevonden en of je dus eventueel zwanger kan zijn. De bijwerkingen van het stoppen lijken ook op zwangerschapsklachten. Om jezelf dus niet gek te maken is het dus goed om te weten waar je zit in je cyclus en of je eventueel zwanger kan zijn.
Als je je menstruatie een paar maanden bijhoudt, weet je hoelang jouw cyclus gemiddeld duurt…
Jouw cyclus
Je cyclus begint op de eerste dag dat je regelmatig bloedt. Spotten telt niet. Cyclusdag 1 is de eerste dag van je menstruatie; cyclusdag 2 is de tweede dag van je menstruatie, cyclusdag 3 is de derde dag van je menstruatie, enzovoort.
Zo werkt het…
Dit is hoe het werkt. Markeer de eerste dag van je menstruatie op de kalender. De eerste dag van je menstruatie is dag 1 van je menstruatiecyclus. Begin met tellen vanaf de eerste dag van je menstruatie. De dag voor je volgende menstruatie is de laatste dag van je menstruatiecyclus. Dat is wanneer je stopt met tellen. Dat is hoeveel dagen je die maand in je menstruatiecyclus had. Als je je menstruatie een paar maanden bijhoudt, weet je hoelang jouw cyclus gemiddeld duurt. Doe dit door het aantal dagen in elke cyclus op te tellen. Deel dit aantal vervolgens door het aantal cycli (ook wel het aantal keren dat je ongesteld bent) sinds je begon te tellen. Dit geeft je het gemiddelde aantal dagen tussen elke periode, ofwel jouw gemiddelde cycluslengte.
Wanneer is je volgende menstruatie?
Nu is het eenvoudig om erachter te komen wanneer je volgende menstruatie komt. Begin op de eerste dag van je laatste menstruatie, tel simpelweg het gemiddelde aantal dagen tussen je menstruaties (oftewel de gemiddelde cyclusduur die je hebt berekend) en dat geeft je de verwachte startdatum van je volgende menstruatie.
(On)regelmatige cyclus
Een regelmatige cyclus is een cyclus tussen de 26 en 35 dagen, waarbij er niet meer dan 4 dagen verschil zit iedere maand. Houd goed bij wanneer je eisprong is. Veel vrouwen gaan bij een regelmatige cyclus ervan uit dat ze altijd op dezelfde dag ovuleren. Dit hoeft niet zo te zijn en het is zonde als je de maand verspilt doordat je niet zeker weet wanneer je eisprong is. Bij een cyclus van 28 dagen is een eisprong op dag 14 het gunstigst. Zo heeft je eitje voldoende tijd om te rijpen en vervolgens genoeg tijd om in te nestelen. Wisselt jouw cyclus heel erg, heb je een hele lange of juiste korte cyclus of heb je al een hele vroege eisprong (rond dag 8 van je cyclus) of juist een korte tweede fase hebt (korter dan 10 dagen) dan komt dit waarschijnlijk doordat je hormonen uit balans zijn. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Daarom is het zo goed om te weten wat er niet klopt zodat je kunt achterhalen wat de oorzaak is en dat gericht kunt aanpakken.
Aan de hand van je afscheiding kun je zien wanneer je vruchtbare dagen zijn…
Vruchtbare dagen
Zo kun je je vruchtbare dagen meten: Aan de hand van je afscheiding kun je zien wanneer je vruchtbare dagen zijn. Beschrijf iedere dag hoe je afscheiding eruit ziet:
- Weinig tot geen afscheiding
- Vochtig en wit
- Plakkerig en helder
Bij de laatste ben je vruchtbaar. Je eisprong komt er dan nog aan dus houd er deze dagen rekening mee.
- Ovulatietesten. Test iedere dag op hetzelfde tijdstip en begin de eerste keer vroeg in je cyclus met testen zodat je zeker weet dat je het niet mist. Ga door totdat je een positieve ovulatietest hebt.
- Meet iedere ochtend meteen als je wakker wordt je temperatuur. In de eerste fase van je cyclus (voor je eisprong) is je lichaamstemperatuur 0,2 tot 0,5 graden lager dan is de tweede fase van je cyclus.
Hormonen
De belangrijkste hormonen zijn oestrogeen, progesteron, follikelstimulerend hormoon, testosteron en andere hormonen. Ze veroorzaken de groei van follikels in de eierstokken, de afgifte van een eitje (ovulatie) en de groei en het afstoten van de baarmoederslijmvlies (menstruatie).
Belangrijkste dingen om te weten:
- De lengte van je cyclus is het aantal dagen tussen twee menstruaties, waarbij de eerste dag van je menstruatie wordt geteld tot de dag dat je volgende menstruatie begint
- Een gemiddelde cyclus varieert van 26 tot 35 dagen
- Je cyclus kan je laten weten wanneer alles werkt zoals gewoonlijk, wanneer je lichaam een verandering doormaakt of wanneer iets niet is zoals het zou moeten zijn. Enige variatie in jouw cyclus is volkomen normaal, maar een cyclus die consequent uitblijft, kan het eerste merkbare symptoom zijn van een hormonale disbalans
Heb je een hele onregelmatige cyclus of merk je dat er andere problemen zijn met je vruchtbaarheid? Ga dan na wat er zou kunnen zijn. Wanneer zijn deze problemen begonnen? Hoe ziet je voedingspatroon eruit? Heb je veel stress of voel je je niet gelukkig op dit moment? We staan er vaak niet bij stil, maar alles waardoor we ons lichamelijk of emotioneel niet goed voelen heeft invloed op onze vruchtbaarheid. Door zelf al na te gaan wat er bij jou aan de hand is herken je eerder waar het probleem zit zodat je daarmee aan de slag kan gaan.
